Rouwen


14 mei 2018


Rouwen

Daar zit ik dan...
Met de huilende, 14-jarige P. onder de jackfruitboom.
Ik huil mee...

Niet weten wie je vader en moeder zijn. Je weet dat je broers en een zus hebt. Je kent alleen één broer.
En drie weken na het overlijden van je oma, word je ervan op de hoogte gesteld.
Tussen dat bericht en nu heb je verdriet, maar je houdt je groot en sterk. Net zolang totdat je stemmen in je hoofd hoort: je oma die je roept om te komen. En als je niet luistert, gaat ze je vader en moeder opzoeken.
Als ze dit deelt, klinkt het heel bedreigend.

Daarna praat ze over haar oma. Een vrouw die haar liefhad en goed voor haar zorgde. Maar dat niet kon volhouden. Zo is ze in Wairaka terecht gekomen in The Village of Hope, zo’n vier jaar geleden.
P. heeft geen tijd en ruimte gehad om afscheid te nemen van haar oma, om haar te begraven, om te rouwen.

Vanmiddag heb ik haar opgehaald en uitgenodigd voor een wandeling. Samen doen we boodschappen. Een mooi moment om te praten. Ze heeft haar arm om mij heen geslagen. Ik sla een arm om haar schouders, en ze houdt mijn vingers vast. Zo wandelen we samen door Wairaka.

‘Wat zou je willen doen?’ vraag ik.
‘Naar de plaats waar oma begraven is.’ Ondertussen weet ik dat het heel ver weg is.
‘Stel dat die optie niet lukt. Wat zou je wel kunnen en willen doen?’
Als de boodschappen gekocht zijn, rijden we samen op een bodaboda naar mijn huis.

Daar drinken we wat en eten een Hollandse boterkoek. Dan begint ze te vertellen wat ze wil doen... ‘Een lied zingen voor oma en iets zeggen. Maar ik doe dat wel in mijn eigen taal hoor.’

En zo zitten we samen onder de jackfruitboom.
Zij begraaft op dit moment haar oma. Door een lied te zingen, iets te zeggen en te huilen.
Lange tijd zit ik daar met haar in mijn armen.