Op het randje van de sloppenwijk... 2


24 juli 2019


Op het randje van de sloppenwijk... 2

‘Can you bring me to Wax?’ vraag ik aan de bodaboda chauffeur.
‘Wax?!’
‘Yes, down there’, wijs ik met een handbeweging.
Hij kijkt me nog eens aan.
Ja, dat is mogelijk.
Wax is een wijk in Jinja. Een wijk met twee gezichten.
Een muzungu (blanke) die vraagt om naar Wax gebracht te worden…
Bij een afslag wil hij rechtsaf slaan. Ik herken het. De straat waar hotels, restaurants en grote dure huizen staan.
‘Nee, nee,’ zeg ik ‘rechtdoor alsjeblieft’.
Dan ziet de vriendelijke, zorgzame bodaboda chauffeur een kerk en hij mindert vaart.
‘Hier?’ vraagt hij.
‘Nee,’ zeg ik ‘verder.’
Wat een aardige zorgzame bodaboda chauffeur.
Ja, bij de T-splitsing gaan we naar rechts. Daar waar de geur van afval je tegemoet komt. De op elkaar gepropte houten huisjes staan.
Na een nacht regen is het er modderig. Afval drijft overal rond.
Daar onder de dikke boom zie ik mensen zitten.
Ja daar moet ik zijn.
Meteen komt er een vrouw naar me toe om me welkom te heten. Ik betaal de bodaboda met wat extra shillingen. Hij draait om en gaat weg. Zou hij er gerust op zijn?
Er staat al een plastic stoel voor me klaar. Op de ene bank onder de boom zitten jongens en mannen. Ze herkennen mij van vrijdag. Grappig, toen onze meeting vrijdag begon, verdwenen langzamerhand de mannen. En dit gebeurt vanmiddag weer. Alleen de schoenmaker en de man van het vis frituren blijven zitten.
Na een tijdje komen de vrouwen er aan. Krukje mee of een zak. Mijn tas houd ik vandaag op schoot. Ik wil ‘m niet op de drassige grond neerzetten.
Er zijn veel kinderen. Ik geef handen of een high five. Oeps, ik bedenk wel dat ik voorzichtig mag zijn, al die vieze handjes. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om afkeer te laten merken. Het schiet wel door mijn hoofd: mijn handen uit de buurt van mijn gezicht, vanmiddag. En dan waait het zo nu en dan en waaien mijn haren in mijn gezicht…
Vrijdag heb ik ‘Het Huis van Eenheid’ gedeeld. Vandaag gaan we de bouwsteen ‘conflict oplossen’ verkennen.
Hiervoor heb ik de FriendshipCards meegenomen en een rol ductape.
De vrouwen kijken me aan, als ik vertel. Bijna uitdrukkingsloos. Geen idee wat ze denken, of ze het volgen.
Het voelt voor mij of ik er een beetje aan moet trekken.
‘Zaaien, Wilma, zaai maar…’
Na alles vertelt te hebben, moeilijk om ze in beweging te krijgen om hun keus voor een gevoel, slechte actie, goede actie te laten zien, kijk ik de kring rond.
‘Dit was wat ik vanmiddag met jullie wilde delen. Zijn er nog vragen? Wil je reageren?’ Niets.
Totdat een vrouw begint te praten.
‘Dank je wel voor wat je hebt gedeeld. Dit is precies de reden waarom het in onze families vaak zo mis gaat. Kom je weer om meer met ons te delen?’
Uit meerdere monden klinkt bijval. De waardering voor mijn bezoek en de les is groot.
Het ijs lijkt gebroken. Eén vrouw zegt:’ Bij de gevoelens, koos ik ‘eenzaam’. Dat is hoe ik me vaak voel. Wat kan ik doen?’
Zo ontstaat er een counselingssessie met twee vrouwen die dit gevoel herkennen. Het bijzondere is dat deze vrouwen hun verhaal delen in de groep.
Het is een bijzondere ontmoeting en gesprek over ‘eenzaam en alleen voelen.’
Nogmaals word ik bedankt en met het dringende verzoek terug te komen. ‘Deze informatie kan ons leven veranderen.’
Ik daag ze uit om wat ze geleerd hebben van deze twee ontmoetingen, het in praktijk te gaan brengen. Als ik terug kom, dat we ervaringen gaan uitwisselen. De goede ervaringen om te vieren en anderen te inspireren en de negatieve ervaringen om van te leren en elkaar te helpen om tot een positieve ervaring te komen.
Heftig hoofdknikken geeft aan dat we een deal hebben.
In juni kom ik terug.
Ik beloof deze vrouwen een setje Friendship Cards in Luganda als ze vertaalt en gedrukt zijn.
Een applaus gaat op.
Stel je voor dat er een relatie (man-vrouw, moeder-kind) een positieve verandering mag doormaken…