In de discobus


8 september 2019


In de discobus

De eerste keer Nairobi (hoofdstad van Kenia). Overweldigend. Aankomen in het donker. Gebouwen met 25 verdiepingen, lichtjes, vrouwen in strakke broeken en korte rokjes, winkels zoals in het westen...
Ik ben me ervan bewust dat ik dit ontwend raak.
Dit moderne, westerse centrum is niet mijn bestemming.
Als ik de bus uitstap word ik opgewacht door drie Keniaanse mannen die resoluut op me afstappen. Ik ben de enige blanke die uit de bus stapt...
‘Hello Wilma!’
Barrach!
Ik herken hem van Migori (Zuid Kenia) in december verleden jaar.
Hup, mijn koffer met wieltjes gaat op de schouders en we banen ons een weg door de enorme drukte in de straten.
Zoveel mensen, op de trottoirs zijn stalletjes waar mensen hun spullen verkopen. Ik probeer het tempo bij te houden met mijn gekneusde voet. Als ik m’n koffer op de schouder van die Keniaan maar in het oog houd, dan ben ik bij de juiste mensen.
We komen bij een busstation. De bussen zijn een bezienswaardigheid. Kunststukken zitten erbij: veelkleurig, knipperende gekleurde lichtjes van buiten en binnen, in een thema.. Als je binnenstapt is het donker. 5 stoelen op een rij.. Even snel tellen: er kunnen zo’n 50 mensen in deze kleine busjes. Knipperende lichtslingers... en dan de muziek. Zo luid. Ik kan mijn eigen gedachten niet verstaan.
Na zo’n 40 minuten stappen we uit. Een totaal andere omgeving. Beetje schimmig, grauw, geen groen, armoede. We bellen aan bij een guesthouse. De veranda zit helemaal achter tralies.
Dit is de komende dagen mijn plek. Zelfs voor de deur van mijn kamer zit een traliedeur.
Welkom in de andere wereld van Nairobi.
Kan ik hier over straat als blanke vrouw?
Ik weet het niet.
De mensen zorgen goed voor mij. Ik krijg geen kans om alleen rond te wandelen.
De komende dagen kan ik drie keer spreken op een vrouwenconferentie.
En na afloop? Dan mag ik om 5.30 uur opnieuw die discobus in.. op weg naar mijn stille, groene plekje in Uganda.